Hieraan kunnen velen een voorbeeld nemen

In dit artikel van deze week gaan wij terug naar maart 2019, waarbij tijdens een amateur voetbalwedstrijd in Hoofddorp een vechtpartij ontstaat tussen meerdere spelers.

De aanvoerder van de ene partij, die wissel staat en als grensrechter fungeert, ziet de keeper van de tegenstander een van zijn medespelers een schop geven. Hij rent het veld in, gooit het vlaggetje neer en slaat de keeper, van achteren, met een harde stomp tegen de grond. Het slachtoffer raakt door de klap buiten bewustzijn. Het is een actie die je niet direct associeert met een nette, jonge vader maar in het heetst van de strijd en vol adrenaline zien we wel vaker keurige burgers veranderen in vechtersbazen, waarbij gewelddadig gedrag gepaard gaat met weinig elegant taalgebruik.

Op het voetbalveld is dit heel gebruikelijk. Je moet er niet aan denken dat dezelfde agressie zich op dezelfde wijze op de werkvloer tegen collega’s zou keren. Misschien is het daarom wel dat sport voor velen zo’n enorme uitlaatklep is. Wat laagjes decorum komen daarbij te vervallen: je bent voor of tegen, voetbal is oorlog met de tegenstander als vijand.

De grensrechter, in dit verhaal noem ik hem Frank, heeft direct na de klap spijt van zijn daad en schreeuwt excuses naar de keeper die doodstil op de grond ligt. Niemand hoort het. Alle aandacht gaat uit naar de keeper die per ambulance wordt afgevoerd. Frank verdwijnt in een arrestantenbusje. Hem wacht een nachtje politiecel. Intussen gaat het incident viral op social media. Alles is gefilmd en gedeeld door een toeschouwer. Met als resultaat dat Frank na zijn vrijlating met de dood wordt bedreigd en op last van de politie met zijn gezin moet onderduiken.

Ik sta Frank bij. Hij legt tegenover de politie een volledige bekentenis af. Het was ongelofelijk dom wat hij heeft gedaan: oerstom, onbegrijpelijk en onverklaarbaar. Ook geeft hij aan dat hij dolgraag persoonlijk contact wil hebben met de keeper, die gelukkig al snel weer uit het ziekenhuis is ontslagen. Frank wil zijn spijt betuigen en alle schade voldoen. Het slachtoffer blijkt hiervoor open te staan.

De heren hebben onder leiding van twee ervaren mediators een goed gesprek over het ellendige voorval en de gevolgen ervan, maar ook over beider liefde voor de voetbalsport. De schade wordt geregeld en met een aantal andere afspraken opgenomen in een bindende mediationovereenkomst.

Ondertussen is het geweldsincident ook bij de KNVB aangemeld en beiden worden ontboden bij het tuchtcollege waar de aanklager voetbalzaken voor zowel de keeper als mijn cliënt een schorsing vraagt. Frank krijgt drie jaar aan zijn broek, het slachtoffer mag zich een half jaar niet meer vertonen op de voetbalvelden. In het verlengde van deze uitspraak wordt mijn cliënt ook geroyeerd bij zijn club, waar hij al 30 jaar kind aan huis was. Hij zal het sociale en gezellige voetballeventje verschrikkelijk gaan missen. Zijn grootste straf. Maar hiermee is de kous nog niet af.

Augustus 2019
Frank wordt gedagvaard bij de politierechter in Haarlem. Bestraffing door de tuchtrechter vrijwaart de verdachte niet van een strafrechtelijke aanpak. De officier van justitie eist een taakstraf van 60 uur onvoorwaardelijk, maar Frank komt er met een geldboete van 500 euro vanaf. De rechter blijkt gevoelig voor de zware sanctionering door de KNVB en de voetbalclub, de enorme publiciteit, de (doods)bedreigingen, de verzoenende gesprekken tussen dader en slachtoffer en het succesvolle mediationtraject.

Frank en ik gaan ervan uit dat dit voor hem zo pijnlijke en beschamende boek eindelijk gesloten kan worden. Dat is ook de uitdrukkelijke wens van de keeper. Maar het Openbaar Ministerie wenst zich niet neer te leggen bij de uitspraak en maakt er een principiële zaak van. Waarom? Vanwege de ophef? Voor de bühne? We kunnen er slechts naar gissen. Omdat er alleen maar een geldboete is opgelegd moet voor het hoger beroep verlof worden aangevraagd bij het gerechtshof. Dat gebeurt. En dat kost tijd. Heel veel tijd. Meer dan een jaar.

December 2020
In één van de zalen van het gerechtshof in Amsterdam kan geschiedenis worden geschreven. Onder het mom van een gewone beroepszaak gaat de stammenstrijd tussen het ‘klassieke’ en het ‘herstelrechtelijke’ strafrecht een volgende fase in. Op initiatief van het Openbaar Ministerie. Onder leiding van drie raadsheren, met een vrouwelijke voorzitter. Over de rug van mijn cliënt. Zo zie ik het.

Om het bijzondere karakter van de zitting te illustreren zitten achterin de zaal tv presentator Charles Groenhuijsen en eindredacteur Simon Vuyk die voor de NPO1 een nieuw programma over het herstelrecht aan het ontwikkelen zijn. Frank is op van de zenuwen. Omdat van de eerste behandeling geen proces-verbaal is opgemaakt moeten alle feiten opnieuw de revue passeren. De advocaat-generaal worstelt met de casus. Misschien wel met de stammenstrijd. Hij vordert niet de verwachte onvoorwaardelijke taakstraf van 60 uur, maar een voorwaardelijke, met een proeftijd van een jaar. Een eis die menige wenkbrauw doet fronsen. Ik vraag om een schuldigverklaring zonder straf. Twee weken later volgt het arrest van het hof en dat wordt een klinkende overwinning voor de herstelrechtelijke vleugel binnen het strafrecht.

Frank wordt opnieuw tot ‘slechts’ een geldboete van 500 euro veroordeeld. De uitspraak wordt opvallend uitgebreid gemotiveerd: ‘Van grote betekenis is dat de verdachte al snel na het incident een mediationtraject heeft geïnitieerd en in dat kader het gesprek met het slachtoffer is aangegaan. Daarbij heeft de verdachte hem persoonlijk zijn excuses gemaakt en laten zien dat hij intrinsiek gemotiveerd was om samen met het slachtoffer tot een vorm van herstel te komen. Na het mediationgesprek en nog vóór de terechtzitting in eerste aanleg heeft hij het slachtoffer een aanzienlijke schadevergoeding betaald.

De verhouding tussen de twee is weer goed; ook recentelijk heeft de verdachte nog contact met het slachtoffer gehad. Het slachtoffer heeft laten weten dat de verdachte wat hem betreft inmiddels genoeg gestraft is. Daarnaast heeft de verdachte uit eigen beweging contact gezocht met een psycholoog om een verklaring te vinden voor de agressie die tot het tenlastegelegde heeft geleid en heeft bij haar een langdurig behandeltraject doorlopen. Aldus heeft de verdachte niet slechts verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen, maar zich er tevens actief voor ingezet de gevolgen voor het slachtoffer zoveel mogelijk ongedaan te maken en de kans op herhaling te beperken. Hieraan kunnen velen een voorbeeld nemen.

Het arrest maakt me trots. Trots op mijn cliënt. Trots op de opmars van het herstelrecht binnen het strafrecht waar ik onderdeel van mag zijn. Het motiveren en begeleiden van een cliënt richting een herstelproces mag wat mij betreft een van de nieuwe kerntaken van de strafrechtadvocatuur worden. In het belang van de verdachten, van de slachtoffers en nabestaanden én van de samenleving. Waar het herstelrecht zegeviert kan het strafrecht een stap terug doen.

Scrollen