Magistraat of crimefighter

Onverwacht krijgt de indeling van de zittingszalen momenteel volop aandacht. Want hoe hou je procesdeelnemers, bodes, verdachten, nabestaanden, benadeelde partijen en pers op een afstand die ‘corona-proof’ is? Met deze column neemt mr. Esther Vroegh u mee naar 2 jaar geleden toen we plots in een corona pandemie terecht kwamen.

Nu zitten rechters, griffiers en officieren van justitie al op grote afstand van de advocaat en zijn of haar cliënt. Bijzonder is wel dat de vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie nagenoeg bij alle gerechten (ook bij de heel moderne) aan dezelfde tafel en op gelijke hoogte zitten als de zittende magistratuur, de rechterlijke macht.

Symbolische

Dat heeft overigens geen praktische maar vooral een symbolische reden. Het OM behoort ook tot de magistratuur en wordt – anders dan bij rechters – de ‘staande magistratuur’ genoemd. Studenten vinden dat vaak terecht vreemd. Ook verdachten kunnen zich meestal niet aan de indruk onttrekken dat de dame of heer links van hen eveneens bij het clubje van rechters behoort. Zeker wanneer iedereen al zit en wat met elkaar keuvelt voordat de verdachte en diens advocaat binnenkomen.

De positie en status van magistraat impliceert veel bevoegdheden maar ook veel verantwoordelijkheden. De officier is verantwoordelijk voor de samenstelling van het strafdossier. Die stukken zijn leidend voor de voorbereiding van de rechters en de griffier en voor de behandeling ter terechtzitting.

Verbalisering

In Nederland wordt, anders dan bijvoorbeeld in België, weinig tot geen waarde gehecht aan het onmiddellijkheidsbeginsel waarmee wél zeer grote waarde wordt toegekend aan de verbalisering door agenten in een proces-verbaal.

Om een voorbeeld te geven, tijdens een Belgische hof van assisen-zaak in Antwerpen werden alle getuigen zowel a charge als decharge (ontlastend en belastend) door de rechters, jury, procureur-generaal en door de advocaten uitgebreid ter zitting bevraagd. Zo ook alle deskundigen en zelfs de referenten uit het reclasseringsonderzoek.

Zittingen van een assisenhof duren soms weken. Het resultaat is wel dat gepresenteerde feiten er niet als gevoeglijk worden aangenomen of totaal verkeerd of onvolledig worden geïnterpreteerd.

Uitzonderlijk

In Nederland is het bij rechtszittingen hoogst uitzonderlijk dat getuigen worden bevraagd of agenten vragen krijgen over wat zij nu precies hebben waargenomen en hebben opgeschreven in een proces-verbaal.

We willen in Nederland de gang erin houden. Het gevolg is dat een moordzaak of een complexe zedenzaak soms in één dag wordt behandeld. Het voorwerk, dus het onderzoek op verzoek van de verdediging, heeft dan al plaatsgevonden in de besloten setting van het kabinet van de rechter-commissaris. Dat allemaal buiten aanwezigheid van de verdachte met alle beperkingen van dien voor de verdediging.

Toelichting

Terug naar de samenstelling van het procesdossier. In de memorie van toelichting valt daarover te lezen:

‘In het algemeen omvat een compleet procesdossier de volgende stukken: processen-verbaal van opsporingsverrichtingen, van verklaringen van verdachte, getuigen en deskundigen; correspondentie tussen procesdeelnemers (rechter-commissaris, officier van justitie, raadsman, rechtbank enz.); het persoonsdossier (justitiële documentatie, rapportages); rapportages over onderzoekshandelingen van de rechter-commissaris (processen-verbaal betreffende verklaringen, beslissingen, verrichtingen, mini-instructie; informatie over benadeelde partij(stelling) alsmede de stukken betreffende de terechtzitting (dagvaarding, bezwaarschrift, pleitaantekeningen, het proces-verbaal van de terechtzitting) (vgl. R. de Bree en A. Verbruggen 2007, Sdu Commentaar Strafvordering Vooronderzoek, art. 30 Sv, C 1.1.3). De aanzet tot deze verzameling van stukken wordt gedaan door de opsporingsambtenaren die met het eerste onderzoek zijn belast.’

Bevoegdheid

Echter, de officier van justitie heeft de bevoegdheid om bepaalde informatie buiten de processtukken te laten en de verstrekking van afschriften te beperken, indien gewichtige belangen daartoe nopen.

Dat is extra interessant voor de verdediging, maar dan dient de advocaat daar natuurlijk wel op een of andere manier achter te komen.

Een voorbeeld. In een drugszaak werden via het darkweb bestellingen geplaatst en uiteindelijk geleverd naar de Verenigde Staten. Het OM wilde ons (en de rechtbank) doen geloven dat de politie een partij xtc-pillen bij toeval op het spoor kwam toen een verdachte werd aangehouden omdat hij met een kapot achterlicht reed.

Toevallig

Datzelfde gold volgens het OM ook voor een medeverdachte aan de andere kant van het land. Ook hij reed, aldus justitie, met een kapot achterlicht – iets dat deze verdachte stellig ontkende maar waardoor hij wel staande was gehouden. Ook bij deze aanhouding stuitte de politie ‘toevallig’ op een paar dozen met pillen.

Uiteindelijk gaf de rechtbank ons alle ruimte om verder te zoeken. Het bleek dat het OM rechtstreeks informatie van de Amerikaanse Homeland Security had over deze groepering. Een vaag en niet te controleren informantentraject dat het OM had willen afschermen.

Goud

Helemaal interessant wordt het om te rechercheren in de enorme hoeveelheden pgp-berichten die van de server van Ennetcom in Canada afkomstig zijn. Voor de Nederlandse recherche is dit een pot vol goud; boordevol informatie die vaak zeer eenzijdig en volledig uit context in een proces-verbaal wordt neergelegd.

Datzelfde gaat overigens ook vaak op voor de weergave van afgeluisterde of OVC- gesprekken in bijvoorbeeld een huis van bewaring. Ons kantoor vraagt altijd alle letterlijke gesprekken op om deze zelf uit te kunnen luisteren. In nagenoeg alle dialogen blijken de verdachten niet zo stellig over te komen als gesteld wordt (op ambtseed!) door de verbalisanten.

Mercedes

Illustratief is een strafzaak waarin de betrokken rechercheurs bij hoog en laag volhielden dat de verdachten over xtc spraken terwijl uit de uitgeluisterde gesprekken bleek dat het om een bepaald type Mercedes ging.

Wij maakten het mee dat een dna-profiel van een onbekend manspersoon op een kinderlijkje abusievelijk ook niet was opgenomen in de forensische stukken. Dat terwijl dit gezien de stellige ontkenning van de verdachte zeer cruciaal was en een totaal ander licht op de strafzaak wierp.

Schiedammer parkmoord

Nog schrijnender zijn de nalatigheden dan wel het opzettelijk weglaten van cruciale informatie zoals in de Schiedammer parkmoord waarbij zelfs zeer ontlastend bewijsmateriaal werd achtergehouden. Er is zelfs aangifte gedaan tegen de betrokken officier van justitie en advocaat-generaal maar zij zijn niet vervolgd. Inmiddels is er een treurige lijst met zulke dossiers, zoals Ina Post, de Arnhemse villamoord, Lucia de Berk, de Puttense moordzaak en al die andere gerechtelijke dwalingen die minder bekendheid kregen. 

Deze voorbeelden hebben niets te maken met waarheidsvinding of magistratelijk optreden maar wel met willen scoren, onder druk van de maatschappij.

Disclosure

Ik zou dan ook willen pleiten voor zogeheten ‘full disclosure’: volledige openheid over de totstandkoming en samenstelling van het strafdossier zodat de rechtbank en de verdediging niet op achterstand blijven en overgeleverd zijn aan de scoringsdrift van het Openbaar Ministerie.

Dat zou heel wat werk besparen. De verdediging kan dan de stukken die zij relevant acht laten voorhouden en hoeft niet steeds een ‘fishing expedition’ te starten om überhaupt informatie te kunnen achterhalen.

Scrollen