Strijden voor een eerlijk proces moet inhoud krijgen

De achterstanden in de afhandeling van strafzaken zijn schrikbarend en onacceptabel.

Het heeft enorme negatieve gevolgen voor slachtoffers, nabestaanden, verdachten en de waarheidsvinding. Waar blijven de creatieve oplossingen om de behandelingen van strafzaken toch door te laten gaan? Laten we de mouwen opstropen, want het kan! 

Op maandagmiddag 16 maart 2020 werden we letterlijk uitgezwaaid bij de rechtbank te Rotterdam door de altijd enthousiaste bodes en parketpolitie, niet wetende dat dit voor mij en vele collega’s voorlopig de laatste strafzaak zou zijn en de toga ongewild aan de kapstok kwam te hangen. Inmiddels zijn we bijna twee maanden verder en is er veel geschreven en gesteld over de coronacrisis en de invloed op onze maatschappij. De terminologie ‘vitale beroepen’ is geïntroduceerd en het voelt dan ook als strafpleiter heel onwezenlijk dat we deze vitaliteit niet kunnen omzetten in activiteiten en doen wat we al jarenlang met heel veel toewijding doen.

Schrijnende situaties

Ondanks de positieve toon van de betrokken ministers, de top van het Openbaar Ministerie en Raad voor Rechtspraak – president mr. Henk Naves – is en blijft het oorverdovend stil in de rechtbanken en hoven hetgeen tot zeer schrijnende situaties leidt. Rechtspraak en rechtsontwikkeling lijken abstracte begrippen totdat men de mens en het leed achter de dagvaarding ziet, zoals wij dat elke dag ondervinden.

Enfin, mijn kantoorgenoten en ik (en nagenoeg heel Nederland) zaten met een gedwongen sabbatical ineens thuis en we konden vaststellen dat het onderwijs, na de bekendmaking van de lockdown op zondagavond, op dinsdagmorgen al lesprogramma’s had voor de kinderen, zowel op papier als online. Dat creëerde hoop zoals ook de zorg op zeer innovatieve wijze en met een overstelpende brok inzet en enthousiasme aan de slag ging.

Etterend proces

De rechtspraak kwam niet verder dan de mededeling dat ‘de strafzaak van uw cliënt voor onbepaalde tijd is aangehouden vanwege de coronacrisis’. En dat is een mantra die nu inmiddels al twee maanden wordt herhaald. Waar blijven de creatieve, custom made oplossingen om de behandelingen van strafzaken toch door te laten gaan? De discussie draait nagenoeg alleen om de enorme achterstanden in digitalisering in de rechtspraak. Dat is een jarenlange etterend proces en het lijkt erop dat, nu in deze crisissituatie het erop aankomt, de ontstoken zenuw bloot ligt. Er is zeker veel tijd, energie en dus ook geld te winnen op dat vlak maar in de strafpraktijk heeft de menselijke interactie de voorkeur. Probeer maar eens een overtuigend pleidooi te houden met gebaren, lichaamstaal, mimiek en oogcontact met de rechters als de verbinding steeds verbroken wordt of er een vertraging van een paar seconden in het netwerk zit….

In mijn optiek zouden fysiek heel veel zaken gewoon door kunnen gaan met inachtneming van alle RIVM-regels en de huidige stand van kennis over corona en besmetting. Een absolute noodzaak daar de achterstanden in de afdoening van strafzaken schrikbarend en onacceptabel zijn en dat is al jarenlang het geval zoals ook erkend wordt door de top van het Openbaar Ministerie. Met alle negatieve gevolgen van dien; voor slachtoffers, nabestaanden, de verdachten en de waarheidsvinding. Het is onverteerbaar en buitengewoon frustrerend voor justitiabelen dat er geen recht wordt gedaan.

Wat praktijkvoorbeelden

Ik neem u mee, eerst naar de Rechtbank Breda; een noodlottig ongeval met dodelijke afloop uit januari 2018 welke strafzaak uiteindelijk naar aanleiding van mijn vele verzoeken op 24 maart behandeld zou worden. Let wel, een voorval van ruim twee jaar oud, met een jonge, bekennende verdachte die al jaren geen verklaring omtrent gedrag kan krijgen en waarbij een forse gevangenisstraf en het alsnog afpakken van het rijbewijs aan de orde is. Voordat de coronacrisis uitbrak, was aangegeven dat de financiële afwikkeling al had plaatsgevonden door de verzekering en de nabestaanden geen prijs stelden op bijwoning van de zitting en het voorlezen van een slachtofferverklaring. Dat betekent dat de zaak van deze bekennende verdachte maximaal een uur in beslag zou nemen. Dit impliceert tevens dat er, naast de verdachte en zijn advocaat, alleen een officier, drie rechters, een griffier en mogelijk een dame of heer van de pers aanwezig is. De zittingszalen in het nieuwe gerechtsgebouw in Breda zijn immens, althans zodanig dat men wel vijftien meter uit elkaar kan zitten. De zaak is voor onbepaalde tijd aangehouden; cliënt en de nabestaanden kunnen een traumatische gebeurtenis van ruim twee jaar geleden nog steeds niet afsluiten.

Contactmomenten

Dan richting de extra beveiligde rechtbank op Schiphol. Vanaf begin april waren er elf zittingsdagen gereserveerd voor acht verdachten in een mega drugs- en witwasonderzoek, feiten maar liefst daterend uit 2011 tot en met 2014. Mijn cliënt wilde dat de zaak absoluut zou worden afgerond, immers, er ligt al negen jaar lang beslag op zijn onroerend goed en hij kan niet verder met zijn zakelijke activiteiten. Ik zag de bui al aankomen dat ook deze zaken zouden worden aangehouden en zond de voorzitter een mailtje dat nagenoeg alle verdachten (die inmiddels ook al jaren op vrije voeten zijn) zich beriepen op hun zwijgrecht en of er mogelijkheid bestond om de zaak dossiers per verdachte te behandelen in plaats van alle acht met hun raadslieden tegelijkertijd in de zittingszaal? Dit om het aantal contactmomenten zoveel mogelijk te reduceren. Ook hier weer een drieregelige ­reactie dat de zaak voor onbepaalde tijd worden aangehouden en zoals het er nu uitziet met een bomvol zittingsrooster in deze rechtbank wellicht medio 2021 aan de orde komt……

Tot slot een zaak van geringere omvang maar met schrijnende gevolgen bij de politierechter in Den Bosch. Een bejaarde man doet in 2014 aangifte van het leeghalen van zijn bankrekeningen door zijn mantelzorgster die na haar aanhouding ook spontaan bekent. Vorig jaar mei zou de zaak behandeld worden maar is zonder opgave van redenen aangehouden, evenals dat gebeurde in december 2019. Uiteindelijk zou de zaak nu op 31 maart behandeld worden maar u raadt het al, deze zaak met een verdachte en een slachtoffer is ook voor onbepaalde tijd aangehouden. Meneer is terminaal en het lijkt erop dat hij nooit het oordeel van de rechter over deze vreselijke gebeurtenissen zal meemaken en zijn centjes terugkrijgt.

Prachtige woorden

‘Laten we onze vrije democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen. Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin’. Prachtige woorden van de koning op 4 mei maar het wordt de hoogste tijd dat het strijden voor een eerlijk proces voor een onafhankelijke rechter – en niet te vergeten binnen een redelijk tijdbestek – inhoud gaat krijgen door de mouwen op de stropen, steeds te communiceren met alle stakeholders, slimme jongetjes en meisjes in te schakelen met hun out of the box-visie op toepassing van nieuwe technologieën (zoals blockchain in de hele strafrechtketen) en het allerbelangrijkste, weten waar je het voor doet!

Dit artikel is gepubliceerd op het Brabants Dagblad

Afbeelding: Pixabay.com

Scrollen