Social media en advocatuur: trial by media of goed voor de zaak?

ABN AMRO organiseerde woensdag 13 februari 2022 tijdens het World Tennis Tournament in Rotterdam in Ahoy' een seminar met klinkende namen uit de advocatuur om onder de bezielende leiding van Felix Rottenberg een aantal stellingen aan de kaak te stellen.

Wat is de invloed van social media op de Nederlandse rechtspraak? Zetten social media niet de ethiek van het eeuwenoude beroep op het spel? Bieden social media kansen voor de advocatuur of vormt het een bedreiging op de onafhankelijkheidspositie? Strafrecht is ‘hot’ in Nederland, de media smullen van ‘bloed- en vleeszaken’!

Advocaten zijn meester in de pro’s en contra’s, vlammende betogen en onderzoekend van aard. Ik maakte me dus op, voor een discussie op het scherpst van de snede, over de krochten en kansen van social media.

Het expertisepanel bestond uit mr. G. Spong (ruim 40 jaar in het vak, verdedigde o.a. Patrick Kluivert en is auteur van “de Breuk”), mr. E. Vroegh (12 jaar ervaring, bekend van de Purmerendse moordzaak) en mr. J.H. Kuijpers (16 jaar in het vak, tijdelijk advocaat van Willem Holleeder geweest). Klinkende namen in de advocatuur, waardoor de zaal vol stroomde met ca. 100 advocaten.

Trial by media

De aftrap volgde met de stelling: “Social media dringen langzaamaan de rechtspraak binnen”. Mr. Spong trapte af met de verwijzing naar de aanwijzingsbeschikking “opsporingsberichtgeving” uit maart 2009, waarin precies vermeld staat onder welke voorwaarden het Openbaar Ministerie de media (dus ook sociale media) mag inzetten om verdachten op te sporen. Mr. Vroegh gaf aan dat door Twitterverslaggeving van rechtzaken iedere nuance zoek is en Mr. Kuijpers refereert aan het feit dat de media tijdens de schorsing van een zitting al berichten naar buiten brengen, zonder dat ze zelf aanwezig zijn bij de zaak.

Dat social media dus invloed hebben op de rechtspraak blijkt al snel evident. De recente mishandelingszaak in Eindhoven bevestigde maar weer eens de kracht van social media om verdachten op te sporen. Ikzelf juich dit toe en heb eveneens de beelden gedeeld via mijn Facebookaccount om de verdachten op te sporen. Volgens mr. Spong moeten we daarbij waken voor massahysterie die trial by media genoemd wordt, het spelen voor eigen rechter, een terechte nuance lijkt me.

Tijdens een kort online onderzoekje naar de panelleden stuit ik uiteraard op veel artikelen en informatie, maar valt mij hun persoonlijke afwezigheid binnen social media op. Facebook en Twitter doen niet mee en alleen mr. Vroegh is te vinden op Linkedin. Het feit dat de panelleden allemaal actief zijn in strafrecht blijkt de discussie niet gemakkelijker te maken.

Op de stelling “social media zetten de ethiek van het vak onder druk” wordt gerefereerd aan de geheimhoudingsplicht en onafhankelijkheidspositie van de advocaat bij de behandeling van een zaak. De advocaten worden regelmatig geconfronteerd met laster en dreigmails bij de verdediging van hun cliënt, en kiezen ervoor om niet te reageren op berichten in social media. Zelfs inkomend e-mailverkeer wordt gefilterd op dit soort berichten, contact verloopt uiterst selectief en discreet.

“Wat kan webcare betekenen voor advocatenkantoren”? Hans Reus (ABN-AMRO) geeft aan dat de bank graag investeert in intensiever klantencontact en actief reageert op berichten over hun organisatie. Van de problemen met pinpas of betalingen tot aan slechte geurtjes in kantoorpanden.

De strafrechtadvocaten blijven bij hun pleidooi dat ze niet reageren op social media-berichten vanwege de mogelijke gevolgen voor de rechtsgang. Mr. Spong geeft zijn voorkeur aan voor geschreven communicatie, liefst per brief en ook ontmoetingen met cliënten worden in alle voorzichtigheid gepland. 

Andere rechtsgebieden

Om de discussie te verbreden naar andere rechtsgebieden, besluit ik een aantal leads aan te dragen:

Afbeelding met tekst

Automatisch gegenereerde beschrijving

Een aantal civielrechtelijke advocaten in de zaal wordt enthousiast. Erik van Lent (contractrecht) geeft aan dat hij een platform als Linkedin ziet als de uitgelezen mogelijkheid om te netwerken en in contact te komen met potentiele nieuwe klanten. Online communities, in tegenstelling tot de panelleden, ziet hij als de moderne mogelijkheid om kennis te delen, expertise te etaleren en aan acquisitie te doen.

Recent stond in Advocatie.nl een artikel over de toename in gebruik van social media door advocaten en juristen. Toegegeven: het artikel is vanwege het lage aantal respondenten niet echt representatief, maar toch! Ondanks dat alle social media-platformen in Nederland de laatste jaren een enorme stijging in leden ervaren en dat het merendeel van de mensen zich inmiddels eerst online oriënteert op een professional, geven strafrechtadvocaten niet thuis op social, gelet op de antwoorden op de vraag waar staan social media over 5 of 20 jaar in relatie met de rechtspraak”? Volgens het panel blijft de advocaat onafhankelijk in de keuze van zijn communicatiemiddel en zal die altijd gericht zijn op persoonlijk contact. Strafrecht zit op vertrouwelijkheid en zij worden iedere dag geconfronteerd met de enorme inbreuk op privacy die social media met zich mee brengen. Het panel eindigt met de treffende oneliner:

“Hoe innovatiever de technologie waarop mensen communiceren, hoe klassieker de manier waarop advocaten wensen te communiceren.”

Als laatste onderwerp een stelling of “social media ingezet kunnen worden als acquisitie-instrument”? We verruimen het speelveld naar de andere rechtsgebieden en al snel vinden we een aantal voorbeelden. Van de recommendations op Linkedin (referral management), tot aan het delen van kennis in communities, tot het vertalen van bepaalde arresten in ‘begrijpelijk Nederlands' op bedrijfsblogs. De conclusie van het seminar is in mijn ogen dat de rol van social media binnen de advocatuur bepaald wordt door het rechtsgebied. Strafrechtadvocaten houden het bewust (en wellicht begrijpelijk) zoveel mogelijk buiten de deur, andere rechtsgebieden zien het als een welkome aanvulling op hun traditionele sales- en marketingkanalen.

Goede voorbeelden

Omdat ik gehoopt had op meer positieve voorbeelden van goed social media-gebruik door advocaten, ben ik na afloop de digitale snelweg weer opgereden. De Raadgevers, een ervaren juristenbureau, heeft er juist voor gekozen om via social media toegankelijker, meer vindbaar en zichtbaar online te worden. Mr I. Bos: 

“Raadgevers reageert proactief op relevante berichten binnen social media en deelt kennis middels haar eigen kanalen. De resultaten zijn een verhoogd bezoek aan onze website, intensiever contact met bestaande klanten omdat deze nauwlettend gevolgd worden en meer exposure richting de vakbladen en media, wat heeft geleid tot een verhoging van de free publicity."

Dirkzwager, winnaar van de Gouden Zandloper 2011 voor meest innovatieve advocatenkantoor, is misschien wel het meest toonaangevend voorbeeld van integratie van nieuwe en social media binnen een van oorsprong traditionele bedrijfstak als de advocatuur. Zij zien dat de advocaat geen 'eigenaar' meer van de kennis is, maar dat hij juist toegevoegde waarde moet leveren met behulp van die kennis. Een omvangrijk plan heeft inmiddels geresulteerd in een stijging van 70% in het aantal pageviews van de website.

De advocaten van Dirkzwager zijn verantwoordelijk voor 1.000 inhoudelijke blogartikelen per jaar, verdeeld over diverse kennispagina’s. Jeroen Zweers vertelt met trots over de lancering van de app, in oktober 2010, waarmee Dirkzwager het eerste advocatenkantoor in Europa was met een eigen app. “Inmiddels staat deze op meer dan 40.000 downloads en worden alle inhoudelijke artikelen dagelijks hiermee gedeeld. 10% van de omzet komt uit social media-gerelateerde activiteiten”. Cijfers om terecht trots op te zijn.

Het seminar heeft mijn eigen blik op social media en de rechtspraak genuanceerd. Afhankelijk van het rechtsgebied zijn er veel mogelijkheden om als advocaat of kantoor er je voordeel mee te doen. Dat strafrecht daar een uitzondering op vormt, mag uit de argumentatie van het panel aangenomen worden. Maar wie weet waar we over 5 jaar staan?

Publicatie op www.marketingfacts.nl
Artikel geschreven door Richard van der Blom – Just Connecting B.V.
Afbeelding: pexels.com

Scrollen