Waar blijven fair play & trial in het sporttuchtrecht?

Overpeinzingen over verschillen tussen straf- en tuchtrecht en de negatieve gevolgen

Of je nu en topatleet bent of op zondagmorgen voor de gezelligheid bij de veteranen rondjes rent; sporters zijn verplicht lid van een sportbond. Zo’n instituut heeft de rechtsvorm van een vereniging. Door het lidmaatschap ben je dan ook lid van een bond.

De impact van het verplichte lidmaatschap van een vereniging gaat heel ver. De overeenkomst tussen lid en vereniging zorgt ervoor dat je gebruik kunt maken van alle faciliteiten, dat je verzekerd bent, aan competities en wedstrijden mag meedoen maar ook dat je bent onderworpen aan de eigen wet- en regelgeving van de bond.

Ook trainers, begeleiders en onderhoudsmedewerkers vallen onder de bepalingen van de federatie en onder huisregels van de sportaccommodatie.

Daarbij hoort wetgeving die vaak een afgeleide is van de mores die in een gewone samenleving geldt maar die op specifieke, sportgerelateerde wijze significant afwijkt.

In de huidige samenleving mag geen enkel onderscheid gemaakt worden naar geslacht of bijvoorbeeld etniciteit. Dat alles is sterk verankerd in artikel 1 van de Grondwet volgens het principe dat iedereen gelijk is.

Maatstaven

In de sport gelden andere maatstaven. Er zijn aparte dames- en herencompetities die volstrekt andere media-aandacht kennen en in het verlengde daarvan een ander verdienmodel hebben. Rooskleurige uitzonderingen zijn de positieve ontwikkelingen in het vrouwenvoetbal en wielrennen voor vrouwen. 

Er zijn zelfs criteria ontwikkeld die te maken hebben met gewicht zoals de verschillende klassen bij gewichtheffen en bij vechtsporten. Je mag bovendien alleen maar deelnemen aan een nationaal team wanneer je een paspoort hebt van dat land. Er wordt dus duidelijk een onderscheid gemaakt. 

Kort en goed kunnen we vaststellen dat wat in de normale mensenmaatschappij als eerlijk wordt gezien, anders wordt geduid in de sportwereld. En dan hebben we het nog niet eens over de echt jurysporten zoals dressuur en turnen.

Metafoor

Misschien is dat wel de reden dat sport als de belangrijkste bijzaak van het leven wordt gezien, in elk geval als de ultieme metafoor van het leven. Verliezen, winnen, frustratie, ultieme vreugde, vernedering en diepe teleurstelling; we zien het allemaal voorbijkomen in de koers en op het veld en genieten daar intens van.

Er spelen echter ook andere aspecten waarmee onze samenleving te maken heeft. Neem handelingen die soms in het strafrecht terechtkomen maar ook heel vaak niet. Of die juist in het tuchtrecht terechtkomen. Dat is het eigen ‘recht’ sprekende college dat probeert gestructureerd uitspraken te doen over verwijtbare gedragingen in de complexe wereld van sporters, sponsoren, ouders, zaakwaarnemers, invloedrijke supporters en de vele vrijwilligers.

sportrecht strafzaak tuchtcollege

Die laatste groep is oververtegenwoordigd in besturen, beheert de kantine, trekt de strepen, maakt deel uit van de officials, ontvangt bij wedstrijden en geeft trainingen. Zonder vrijwilligers zouden we niets zijn op sportgebied en op tal van andere maatschappelijke gebieden. Het vrijwilligersleger vertegenwoordigt bovendien miljarden aan fte’s zo viel onlangs nog te lezen in het Financieel Dagblad. 

De vrijwilligers vallen, net als de sportbeoefenaars, onder de bond en dus onder het rechtsprekende orgaan, het tuchtcollege. Om aan de wildgroei aan diverse rechtsprekende instanties een einde te maken, werd enkele jaren geleden het Instituut Sport Rechtspraak opgericht. Het ISR wordt bemand/bevrouwd door professionals uit de sportwereld en door juristen. Men probeerde zo de objectiviteit te borgen, bovendien werd een verdere professionalisering van deze specifieke rechtspraak nagestreefd. Verder kwam er een register van uitspraken om enigszins de synergie te bevorderen met de hoogte van sancties. 

Aangifte

Ongewenste gedragingen, seksuele intimidatie en zelfs misbruik gaan helaas ook aan de sportwereld niet voorbij. Als er aangifte wordt gedaan bij de politie is het traject helder maar helaas zeer stroef en stroperig.

De politie doet onderzoek, de officier van justitie beoordeelt het feitencomplex en doet vervolgens een voorstel tot een passende afdoening. In het uiterste geval kan gedagvaard worden zodat de zaak bij de rechter wordt aangebracht. De rechter kan vervolgens in alle objectiviteit de aangifte en het verweer van de verdachte beoordelen en uiteindelijk tot een beslissing komen.

Vanaf de aanhouding is een (pro deo) advocaat bij de zaak betrokken, zoals in onze wet is voorzien. De verdachte heeft allerlei rechtswaarborgen. Denk aan het niet mee hoeven werken aan zijn eigen veroordeling. Dit verdisconteert zich in het recht om te zwijgen en het niet zomaar allerlei dwangmiddelen ondergaan zoals afgifte van dna en pincodes van gegevensdragers.

Advocaat

De advocaat wordt vanaf het eerste moment bij de procedure betrokken en kan zijn of haar cliënt voorlichten over de verdere gang van zaken, het dossier bestuderen en getuigen oproepen. Bij een bekennende verdachte kan de advocaat overwegen of mediation een vorm van herstel kan bieden die voor aangever en verdachte een bevredigende oplossing biedt. 

Helaas is dit niet het geval bij tuchtprocedures. Over het algemeen staan wij atleten bij die een goedgelegde boterham verdienen met hun topsport en die omgeven worden door professionals. Echter, het overgrote gedeelte van de sporters in Nederland verdient een minimumsalaris (jaarstipendium) en beoefent de sport op amateurniveau met een vrijwillige – oftewel, onbezoldigde – inzet voor de club. 

sportrecht tuchtcollege vroegh advocatenkantoor

Zo ook de 21-jarige Stan* die elke dag te vinden is in het zwembad in het noorden van het land. Hele dagen traint hij om zijn topniveau verder te verbeteren met als ultieme droom deelname aan de Olympische Spelen. Daarnaast traint hij vanaf zijn achttiende de jeugdklasses. Stan heeft daar geen opleiding voor genoten maar hij ligt goed in de groep. Bovendien is het bestuur maar al te blij met ambitieuze jongvolwassenen als Stan die erin slagen om hun kennis en expertise over te brengen.

In maart 2020 gooit corona in de hele samenleving roet in het eten. Zo ook in het zwembad. Wedstrijden worden geannuleerd en er mag niet meer getraind worden.

Relatie

Stan loopt met zijn ziel onder zijn arm en gaat van ellende een potje gamen met een pupil van hem, de 18-jarige Patrick. Patricks zusje Tessa* traint bij dezelfde vereniging maar niet bij Stan. Ze kent Stan eigenlijk niet maar leert hem nu beter kennen en er bloeit wat op tussen hen beiden. Tessa en Stan krijgen een relatie, gaan met elkaar naar bed en sturen elkaar heel wat berichtjes. Tessa is dan bijna veertien jaar oud.

Ondertussen wordt het coronavirus minder virulent en mag er weer getraind worden. Stan neemt de trainingen weer op zich van onder andere Patrick. Tessa blijft bij een andere trainer maar zij en Stan ontmoeten elkaar natuurlijk wel op de sportlocatie.

De relatie wordt minder innig. Stan zoekt contact met het bestuur; het is immers best lastig als je elkaar daar blijft tegenkomen. Bovendien blijkt Tessa allerlei verhalen over Stan op te hangen en kletst zij uitvoerig over hem met haar sportvriendinnen. Dit ondermijnt zijn gezag bij de pupillen en hij heeft het idee dat er wordt getwijfeld aan zijn positie. Het bestuur is afwezig, er is geen vertrouwenspersoon en Stan krijgt uiteindelijk te horen van andere ouders dat het allemaal wel zal meevallen. Hij is er echter niet gerust op en probeert Tessa zoveel mogelijk te ontwijken. 

Gesprek

Plotsklaps krijgt hij een brief thuis dat Tessa via de bond aangifte heeft gedaan bij de aanklager van het ISR van seksueel misbruik door een meerderjarige. Stan wordt uitgenodigd voor een gesprek.

Hij bespreekt de brief kort met zijn familieleden die zeggen dat er sprake moet zijn van een misverstand. Immers, ook de ouders van Tessa waren volledig op de hoogte van de verhouding en hebben daar nooit iets van gevonden. Stan grijpt de kans om zijn kant van het verhaal te vertellen en gaat naar het hotel waar de aanklager met hem in gesprek wil gaan.

Sancties

Tot zijn grote verbazing is het gesprek zeer beschuldigend en wordt hem verweten dat hij Tessa verkracht zou hebben en dat er sancties zullen volgen. De aanklager beschikt over allerlei Whatsappberichten en ander ondersteunend materiaal, beschikbaar gesteld door Tessa en haar ouders. Totaal overrompeld komt Stan thuis. Enkele weken later verneemt hij schriftelijk dat hij niet meer mag deelnemen aan wedstrijden en niet meer betrokken mag zijn bij het organiseren van wedstrijden voor de duur van drie jaar. Over een periode van vijf jaar mag hij bovendien geen minderjarigen coachen, trainen of begeleiden. Tot slot mag hij geen lid zijn van de zwemclub waar Tessa lid van is of waar zij later lid van wordt. De sancties gaan direct in. 

Alle dromen en ambities, ja het leven van Stan worden door een brief teniet gedaan en hij is ten einde raad. Jarenlang niet mogen trainen, betekent het einde van zijn droom. En waarom eigenlijk? Samen met een betrokken oom gaan Stan en zijn familie op zoek naar een advocaat die hem kan helpen en die de beslissing van de aanklager kan aanvechten.

Dat blijkt niet eenvoudig. Stan heeft geen geld en gespecialiseerde advocaten kosten nu eenmaal veel. Uiteindelijk wordt hij naar ons kantoor doorverwezen door een bevriende collega die erg onder de indruk is van het verhaal van Stan.

tuchtrecht sport

Dat zijn wij evenzeer. We besluiten om hem te helpen en dat val niet mee. Stan is zeer emotioneel vanwege de in zijn visie onterechte verdachtmakingen, zijn schorsingen (die direct zijn ingegaan) en de onzekere procedure.

Wij stellen een verweerschrift op waarin de aspecten van een veilig sportklimaat uitdrukkelijk worden genoemd. Verder benadrukken we dat de coronaperiode eigenlijk een bizarre tijd was en staan we stil bij het feit dat Stan bij niemand van de zwemclub terecht kon met zijn verhaal. Ook is er sprake van een eenmalige relatie met een minderjarige met wederzijdse instemming en bieden we uitdrukkelijk tegenbewijs aan van de feitelijke aantijgingen.

Tijdens de eerste, in Hilversum gehouden zitting bij het ISR die liefst zes maanden op zich liet wachten, was ik blij dat Stan zijn familie en mij als steun had. Een zware delegatie van de betreffende sportunie, vertrouwenspersonen, slachtofferhulp, de aanklager met medewerkers en een tribunaal van tuchtrechters maakten dat de sfeer weinig invoelbaar was voor het standpunt en de bijzondere omstandigheden van Stan. Ik heb me dan ook hardop afgevraagd op deze zitting waar al die vertrouwenspersonen waren op het moment dat een jongvolwassen man worstelt met zijn gevoelens voor een meisje…

Milder

De sanctie werd milder. Hoewel we Stan duidelijk maakten dat hij juridisch gezien zowel in strafrechtelijke als in tuchtrechtelijke zin verwijtbaar heeft gehandeld, kon hij niet leven met de veroordeling en vooral niet met de strafmaat.

Stan besloot door te gaan en we begonnen een procedure bij de commissie van beroep. Daar werd de sanctie qua tijd en omvang verder gematigd. Op de zitting was eveneens de aangeefster aanwezig. Van de zijde van Stan werd opnieuw verzocht om een gesprek in een voor iedereen veilige setting om zaken uit te spreken en de blik weer op de door zowel Tessa als Stan geliefde sportbeoefening te kunnen richten.

Dat gesprek kwam er niet. Helaas blijft men houvast vinden in een wereldbeeld van daders en slachtoffers en van veel ophef. Met steeds verder uitdijende tuchtrechtspraak en met aldoor ingrijpender dwangmiddelen wordt het de hoogste tijd dat ook de rechten van de verdachte in zulke procedures aangescherpt en uitgebreid worden en zij een beroep kunnen doen op een raadsman of vrouw. 

*Uit privacyoverwegingen zijn de namen Stan en Tessa en de locaties gefingeerd. Ook de tak van sport is gewijzigd, maar het feitencomplex is volledig identiek aan de rechtsgang en ervaringen.

=> Column tevens gepubliceerd op Femke Fataal

Copyright afbeeldingen: Pixabay - Unsplash

Scrollen